| Positie | Beschrijving |
|---|
|
|---|
 | 1.Toets |
 |
2 Geregeld bedrijf: proportionele druk (pp)
Zinvol in de volgende installaties:
- Tweepijp systeem met thermosstatische ventielen en
- lange leidingen
- ventielen met een groot regelbereik
- Primair circuitpompen met groot drukverlies
|
 |
3 Geregeld bedrijf: constant druk (cp)
Zinvol in de volgende installaties:
- Tweepijp systemen met thermosstatische ventielen en
- opvoerhoogte <2m
- natuurlijke circulatie (oude zwaartekracht installaties)
- Met zeer weinig drukverschil
- Primair circuitpompen met weinig drukverschil
- Vloerverwarming met thermosstatische ventielen
- Eenpijpsystemen
|
 |
4 Ongeregeld bedrijf: Constant toerental (cs)
Het bedrijfspunt kan door het verstellen van het toerental
(toetsen A) optimaal ingesteld worden.
Zinvol voor installaties met constante volumestroom:
Ketelvoeding pompen, warmtepompen, koudwater toepassingen etc.
|
 |
5 Automatische nachtverlaging
Gaat de aanvoertemperatuur in de installatie 10 tot 15 °C
terug (min. 0.1 °C/min), dan wordt de pompcapaciteit
op «min » geschakeld
Stijgt de aanvoertemperatuur met 10 °C
dan wordt direct op geregeld bedrijf geschakeld.
LED brandt: functie «Automatische nachtverlaging»
is ingeschakeld.
Opmerking:Bij constant toerental I, II of III
is de automatische nachtverlaging uitgeschakeld.
Om de automatische nachtverlaging probleemloos te laten
functioneren, moet aan de volgende voorwaarden voldaan
zijn:
- De pomp moet in de aanvoer van de installatie
geďnstalleerd zijn.
Zij functioneert niet in de retour.
- De verwarming moet met een temperatuurregeling
uitgevoerd zijn.
Automatische nachtverlaging
niet toepassen bij houtketels, gasketels,
boilers, afstandverwarming,
warmtepompen etc.
|
| |
6 Deze waarde geeft bij ingeschakelde voeding het actuele
opgenomen vermogen van de pomp weer.
Een storing van de pomp wordt met «- -» aangegeven.
Voor het oplossen zie Storingsoverzicht
|
| Storing | Oorzaak | Oplossing |
Pomp loopt niet (geen LED signaal) | Geen spanning op de motor | Schakelaar en zekeringen
controleren.
Voedingsspanning testen
|
|
Kortsluiting bij het inschakelen van de pomp | Voeding foutief aangesloten | Juist aansluiten |
|
Kortsluiting bij het inschakelen van de pomp |
Motor defect | Pomp uitwisselen |
Opgenomen vermogen
signaleert storing « » (Voeding IN/UIT schakelen)
| Fout in elektronica
| Pomp opnieuw starten (voeding IN/UIT schakelen) |
Opgenomen vermogen
signaleert storing « » (Voeding IN/UIT schakelen)
| Te lage voedingsspanning | Regeling en voeding controleren |
|
Pomp maakt lawaai | Lucht in de pomp | Installatie ontluchten
bij stilstaande pomp.
Pomp ontlucht zichzelf |
|
Pomp maakt lawaai |
Kavitatie | Systeemdruk verhogen/
temperatuur verlagen |
|
Pomp maakt lawaai |
Pomp te sterk | Lagere regelkarakteristiek kiezen |
|
Radiatoren worden niet warm | Pomp te zwak | Hogere regelkarakteristiek kiezen
Grotere pomp inbouwen
Automatische nachtverlaging uitschakelen
|
|
Radiatoren worden niet warm |
Lucht in de pomp | Installatie ontluchten bij stilstaande
pomp |